Zoete wraak
Het zal ergens in de jaren zestig zijn geweest en de jeugd in Ondiep was in shock. Ontzet hoorden we dat er niet meer gevoetbald mocht worden op het veld van de Laan van Engelswier.
De officiële melding was dat het grasveld, dat er overigens bedroevend bijlag, niet bestand was tegen het voetbal en dat er ook melding was geweest van overlast.
Dat gemeente zelf weinig onderhoud aan het veld deed werd er niet bij vermeld. Sommigen van de ouders deden meer aan de grasmat dan de gemeente zelf. Door de ouders werd officieel protest aangetekend tegen het verbod. Het gemeentelijke antwoord kwam binnen een week. Een snel antwoord van een ambtenaar voorspelde nooit veel goeds zei mijn vader toen.
De precieze inhoudelijke tekst is niet bekend maar het kwam erop neer dat het gras te vaak vervangen moest worden. Verder was er anoniem geluidsoverlast gemeld. Reden voor de gemeente om drastisch in te grijpen. Om het praktisch te maken en voetbal onmogelijk werd er zelfs later besloten om een heuvel in te leggen halverwege het veld. Hoe dan ook, het besluit was in de gemeenteraad genomen en bindend, het was geen speelveld. Het was een duister besluit. Een speelveld waar kinderen niet op mochten spelen of te veel geluid mochten maken, dat kon toch niet waar zijn?
Helaas was het zo.
Daar ging ons voetbalveld naar de Filistijnen.
We begrepen er niets van en waren verbolgen en woest. Nu moesten we buiten de wijk naar het Noordse Park achter de Nijenoord om te gaan voetballen. Was het gras daar sterker en groener soms? Mocht je daar wel geluid maken? Het was een drama voor een paar jongens want die mochten de wijk niet uit in de avond. De wijkgrenzen in de avond waren de Amsterdamse Straatweg, Ahornstraat en de Nijenoord, verder mochten sommigen niet komen na het avondeten. Werd je gespot buiten dat gebied dan was je zwaar de klos. Als je niet kon luisteren bleef je maar voorlopig binnen hoorde je dan. Dan kon je een week naar je vrienden kijken achter het glas van de huiskamer. Dat ze dan naar je zwaaiden hielp niet echt.
Maar de gemeente bleef bij het besluit en dat was dat. Ons rechtsgevoel kreeg een stevige knauw en we besloten om ooit wraak te nemen op de gemeentelijke duivels achter hun bureau.
Die mogelijkheid om wraak te nemen voor onze gestolen grasmat kwam sneller dan verwacht. Na het voetbalverbod besloot de gemeente om direct de grasmat te vervangen. Een gemeentelijke verse groene start met een grasveld zonder doel.
De dag kwam dat ons voetbalveld werd gestolen door de gemeente. Het oude gras voor de Laan van Engelswier werd weggestoken en afgevoerd. Een wals reed in de dikke aarde strakke banen over ons veld. Daarna volgde een machine die gaten stak in de bodem en een tractor met een tank daarachter sproeide kwalijke meuk over ons voormalige voetbalveld. Het stonk enorm op de Laan die periode. Nog nooit eerder was de gemeente zo secuur en lang bezig geweest met het gras voor onze deur.
Als ze dit eerder hadden uitgevoerd was onze grasmat ook goed gebleven zeiden we tegen onze ouders die het met ons eens waren. Er was weinig tot geen begrip voor het besluit van de gemeente. Een van de ouders ging zelfs een Parkwacht te lijf die zijn zoon sloeg omdat hij op straat voetbalde voor zijn eigen deur omdat het op het gras niet meer mocht. De commotie en verontwaardiging was enorm. Het gerucht gaat dat dit voorval het einde betekende van alle Parkwachten in de stad.
De basis voor het plan wat wij wilden uitvoeren had inmiddels een groot draagvlak in de wijk en had de vorm van groene rollen.
De verse rollen met grasplaggen werden klaargelegd in het midden van de laan tegenover nummer zes waar mijn vriend Ad woonde. Zo kon de plantsoendienst de volgende dag vroeg aan het werk en lag het gras op een goede en bereikbare plek.
Dat was het moment waar we op gewacht hadden en alle transportmiddelen die we hadden werden uit de schuren gehaald en klaargezet voor een intensieve avond. Vele van ons hadden toestemming geregeld om langer buiten te mogen blijven.
Toen de machines die dag nog maar koud begonnen waren de oude grasmat te verwijderen waren wij in de buurt al bezig om te vragen wie er nieuw gras nodig had voor ‘weinig’. Onder het motto: ‘Gratis aan het gras maar mondje dicht,’ noteerden we de bestellingen.
Bij het beëindigen van de werkdag van de plantsoendienst begon die van ons. Ze waren de straat nog niet uit of de eerste plaggen lagen al op de oude kinderwagens en rolkarren.
Toen de opzichter van de plantsoendienst de volgend dag halverwege het werk langskwam voor inspectie bleken ze te weinig materiaal te hebben gecalculeerd. Het gras was op! Hij stond niet begrijpend naar het halve groene veld te kijken.
Zelfs de mensen zonder tuin begrepen wat er gebeurd was, maar hielden hun mond. Later in de avond stonden degene met tuin hun nieuwe grasmat te besproeien. Ze hadden bij aflevering het advies gekregen om dit te doen bij vers gras, dan hechtte het beter in de grond. Er werd ook dringend geadviseerd om de oude pollen niet terug op de Laan te leggen, al vond ik dat wel een leuk idee.
Om toestanden met de gemeente te voorkomen werd daarom besloten om het stiekem af te voeren. Er reed vanaf die dag met regelmaat een bakfiets met oud-groen richting Overvecht dat toen net gebouwd werd.
Als je dus in Overvecht een graspol ziet kan het zo maar zijn dat hij van oorsprong uit Ondiep komt. Respect graag voor ons oude voetbalveld.
Foto: Gemeente Utrecht, fotograaf ROVU, afdeling Reproductie. Catalogusnummer 23152